Catharina van Kinnema 2/6 en 1/12; Assuerus en Philippus van Viersen en hun zuster 2/6 en 1/12; Oene van Teijens als curator over Saco Teijens 1/12; Adriaan van Besten voor het kind bij Romelia van Teijens 1/12, tesamen een stem.
Op zich is dit bezit opmerkelijk. Op de Tsjerkebuert en ook in het dorp Wijnjeterp in het algemeen is opvallend weinig grondbezit van de Beetsterzwaagster adellijke families, de boeren waren meestal duidelijk rijk genoeg om hun bezit te behouden en uit te breiden. Ook in 1708 is sate nog in bezit van de Beetsterzwaagster adel: Catharina van Kinnema, weduwe Viersen, voor 5/6 en de executeur Rudolphi voor 1/6; gebruiker, ook van sate 28, is dan Jan Beernts
In mei 1716 wordt de sate verkocht door landschapsadvocaat Philippus van Viersen en executeur Wilhelmus Rudolphi (OPS 216-195). Een gedeelte van de sate wordt daarbij afgescheiden. Augustinus Lycklama à Nijeholt, de grietman van Opsterland, koopt namelijk een groot stuck kostelijck boulant ten noorden van de Lijkweg voor 331 goudguldens van 28 stuivers. In 1717 ruilt hij dit perceel met Hendrik Klazes, de eigenaar van sate 32/33O, tegen 1/8 deel van een sate te Haule (OPS 126-643).
Sytse Wobbes, getrouwd met Ebeltie Luytiens van Duurswoude, wordt eigenaar van de resterende sate. Voor het deel ten zuiden van de weg met de boerderij betaalt hij 500 goudguldens, voor het schapevelt met de fenne aan de noordkant nog eens 141. De totale waarde komt daarmee op 972 goudguldens. Sytse is ook huurder van de kerksate 28.
Stemkohier van 1718: Sytse Wobbes een Hornleger en een stem, zelf gebruiker
Stemkohier van 1728: Sytse Wobbes, zelf gebruiker
Daarna komen de voorvaderen van de Anringa's in beeld! Goytske Halbes is een dochter van dorpsrechter Halbe Boockes en weduwe van bijzitter Aijse Fockis. Haar naam staat ook al als eigenaar vermeld bij sate 26, samen met haar broer en zuster, en bij sate 30/31.
Op 27 juni 1737 koopt ze van Sytse Wobbes seecker hornleger of plaatske lands gelegen tot Wijnjeterp en de huisinge schuire hieminge bomen en plantagie daarop staande sampt landerien daaraan behorende, mitsgaders veenen en deszelfs ondergrond (OPS 133-573). Er wordt voor het geheel een prijs van 1035 Cargd. overeengekomen.
Stemkohier van 1738: Goytske Halbes; gebruiker: Jan Tjeerds
Tien jaar later is haar nicht Inckjen Boockes Swaga, getrouwd met Heere Andries (Andringa) in bezit gekomen. Via erfenis of onderlinge familieaankoop/-ruil?
Stemkohier van 1748: (met huizinge en wel 40 pm) Heere Andries nom. ux., gebruiker: Jan Tjeerds
Stemkohier van 1758: Heere Andries nom. ux., gebruiker: Liebbe Geerts
Stemkohier van 1768: Heere Andries nom. ux., gebruiker: Andries Tomas
Na 1768 wordt de boerderij geërfd door de kinderen uit haar drie huwelijken, zie ook de stamboom Swaga!
Stemkohier van 1778: Booke Cornelis 1/6, Andries Heeres 1/6, Cornelis Heeres 1/6, deze twee als curatoren over Halbe Roels kinderen 1/6, Corneliske Tomas, wed. Jelke Roels, nom.lib. 1/6, Tjibbe Alberts nom. lib en Cornelis Hedmans n.ux. de rest; gebruiker: Andries Tomas
Stemkohier van 1788: Cornelis en Andries Boockes en Andries Jans n.u. 1/6, Andries Heeres 1/6, Roel en Trijntje Halbes 1/6, Roel Thomas en Imkjen Jelkes 1/6, Tjibbe Alberts nom. lib en Cornelis Hedmans en Willem Wopkes als voren; gebruiker: Andries Tomas
Tegen het eind van de eeuw verwerft Andries Heeres blijkbaar vrijwel de hele sate:
Stemkohier van 1798: Andries Heeres een hornleger, hieronder Hendrik Klases bouwland; gebruiker: Andries Thomas
De erfgenamen van Henrik Klases bezitten dus ook een deel van de sate. In oppervlakte is het maar een klein gedeelte, maar van het belastbare deel van de sate maakte het wel de helft uit. In 1803 koopt Antje Lolkes al de gerechte eenvierdepart van vijff akkers en een klein kampke, zoo bouw als weidland, van Hendrik Klases te Oldeboorn en Yttie Klases, huisvrouw van Sytse Douwes, voor 230 goudgld.
In de stemkohieren van 1818 en 1828 wordt steeds een aantal van de nakomelingen van Hendrik Klases als mede-eigenaar genoemd. Dat gebeurt evenwel vaak met de nodige onnauwkeurigheid, verscheidene van de in bepaalde jaren genoemde personen waren dan al overleden...
Op de kadasterkaart van 1832 is duidelijk om welke percelen het gaat: E236 (het kampke) en E237 (de vijff akkers), die in 1832 in bezit zijn van wed. Andries Heeres Andringa en mede-eigenaren.